Bij de meeste mensen verloopt MS in twee fasen. In de eerste fase wisselen slechte en goede periodes elkaar af (Relapsing Remitting MS). In de tweede fase herstellen de klachten (bijna) niet meer: ze worden geleidelijk erger (Secundair Progressieve MS).
Fase 1: Relapsing Remitting MS
In de eerste fase wisselen aanvallen en verbeteringen zich elkaar af. Zo’n aanval duurt minstens 24 uur. Je kunt nieuwe klachten krijgen, maar oude of bestaande kunnen ook verergeren. Je hebt bijvoorbeeld oogklachten of een tinteling in je benen. Ook blaasklachten en vermoeidheid komen nogal eens voor. Hierna merk je verbetering. Soms verdwijnen je klachten niet helemaal. Dit betekent dat je langzaam achteruit gaat.
Na verloop van tijd kan deze fase overgaan in de tweede. Maar niet iedereen gaat naar de tweede fase – ongeveer één op de drie blijft in de eerste fase.
Fase 2: Secundair Progressieve MS
In deze tweede fase krijg je klachten over je benen. Denk bijvoorbeeld aan stuurloosheid en minder spierkracht. Ook kan het zijn dat je moeilijker kunt plassen en poepen.
Klachten herstellen (bijna) niet meer. Integendeel: ze worden langzaamaan erger.
Soms zijn er perioden dat je klachten niet verergeren: je hebt geen grote terugvallen en alleen af en toe kleine verbeteringen. Je bent dan stabiel.
Direct in de tweede fase
Bij zo’n twintig procent van mensen met MS begint MS direct in de tweede fase. Langzaamaan verergeren je klachten, afgewisseld met stabielere perioden. Meteen vanaf het begin. Je gezondheid gaat steeds achteruit en je hebt duidelijke terugvallen.
Foto: Martin de Bouter